Mensenrechten, inclusief arbeidsrechten, die leveranciers moeten beheren (vervolg):
21. Recht om vrij te zijn van strafrecht met terugwerkende kracht
22. Recht op erkenning als persoon voor de wet
23. Recht op privacy
24. Recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
25. Recht op vrijheid van mening en meningsuiting (met inbegrip van vrijheid van informatie)
26. Recht op vrijheid van oorlogspropaganda en vrijheid van het aanzetten tot rassen-, godsdienst- of nationale haat
27. Recht op vrijheid van vreedzame vergadering
28. Recht op vrijheid van vereniging
29. Recht op bescherming van het gezin en recht om te huwen
30. Recht op bescherming van het kind en recht op nationaliteit
31. Recht op deelname aan openbare aangelegenheden
32. Recht op gelijkheid voor de wet, gelijke bescherming van de wet en recht op non-discriminatie
33. Rechten van minderheden (cultuur, religieuze praktijken en taal)
2. Milieubeginselen
Van leveranciers wordt verwacht dat zij adequate processen opzetten om alle belangrijke potentiële en feitelijke effecten op het externe milieu te beheren en de beginselen in de Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling ondersteunen. Deze beginselen worden verder beschreven in het VN-actieplan Agenda 21. Dit komt overeen met de in de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen beschreven milieubeginselen.
De in onderstaande tabel genoemde milieubeginselen moeten minimaal worden beheerd.
Milieuprincipes die leveranciers moeten beheren:
01. Aantonen dat de algemene milieuprestaties in verband met haar activiteiten voortdurend worden verbeterd.
02. Beschikken over basisbeheersinstrumenten die op het niveau van het topmanagement zijn geconsolideerd en over een aangewezen persoon die verantwoordelijk is voor de coördinatie van milieubeheersactiviteiten.
03. Wettelijke naleving van alle gereglementeerde milieukwesties in verband met afvalbeheer, luchtverontreiniging, afvalwater, bodemverontreiniging en biodiversiteit.
04. Regelmatig een lijst bijhouden en bijwerken van de relevante milieuwetgeving die moet worden nageleefd.
05. Ervoor zorgen dat de lijst van verboden chemische stoffen wordt nageleefd (bv. voor landbouwchemicaliën van de Wereldgezondheidsorganisatie, WHO).
06. Ervoor zorgen dat internationale milieuverdragen en -protocollen worden nageleefd, bijvoorbeeld het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken of het Protocol betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (POP).
07. Registratie van alle gevallen van verontreiniging en rapportage aan de bevoegde autoriteiten zoals vereist door de toepasselijke vergunningen en wetgeving.
08. Zorgen voor de nodige organisatie, opleiding van werknemers, bewustmaking, operationele controle en toezicht om de naleving van de wetgeving te waarborgen en te handhaven.
09. Steun voor een voorzorgsbenadering van milieu-uitdagingen, die een systematische risico-evaluatie (gevarenidentificatie, gevarenkarakterisering, evaluatie van de blootstelling en risicokarakterisering), risicobeheersing en risicocommunicatie omvat.
10. Activiteiten ondersteunen die betrekking hebben op afvalvermindering en optimalisering van de hulpbronnen van de activiteiten van de leveranciers.
11. Activiteiten ondersteunen die groene aankopen van milieuefficiëntere producten bevorderen.
12. Het milieu beschermen door milieuvriendelijke technologieën te gebruiken die minder vervuilend zijn, en alle hulpbronnen efficiënt gebruiken.
13. Streven naar integratie van de aandacht voor het milieu in alle elementen van de bedrijfsplanning en de besluitvorming.
14. De benadering van milieuverantwoordelijkheid moet openheid en dialoog met de werknemers en het publiek bevorderen.
15. De negatieve gevolgen van activiteiten, producten en diensten tot een minimum beperken door een proactieve aanpak en een verantwoord beheer van de milieuaspecten (met inbegrip van, maar niet beperkt tot):
- > Gebruik van schaarse natuurlijke hulpbronnen, energie en water
- > Emissies in de lucht en lozingen in het water
- > Geluids-, geur- en stofemissie
- > Potentiële en feitelijke bodemverontreiniging
- > Afvalbeheer (gevaarlijke en niet-gevaarlijke stoffen)
- > Producten (ontwerp, verpakking, vervoer, gebruik en recycling/verwijdering)
16. Vaststelling en handhaving van noodprocedures.
17. beschikken over een noodplan voor de locatie met gedetailleerde richtsnoeren/training voor ingrijpende incidenten, om alle noodsituaties op gezondheidsgebied en industriële ongevallen die de omringende gemeenschap kunnen treffen of een negatief effect op het milieu kunnen hebben, effectief te voorkomen en aan te pakken.
18. Noodplan gecommuniceerd aan lokale autoriteiten, hulpdiensten en mogelijk getroffen lokale gemeenschappen, zoals vereist.
19. Bijhouden van een inventaris van gevaarlijke stoffen die bij de exploitatie worden gebruikt en opgeslagen, en beoordelen van mogelijkheden voor vervanging door milieuvriendelijker stoffen.
20. Zorgen voor toegang tot relevante actuele veiligheidsinformatiebladen (MSDS) voor chemische stoffen.
21. Zorgen voor veiligheidsprocedures/controles voor gevaarlijke stoffen.
22. Ervoor zorgen dat de potentiële verontreiniging van lucht, zoet water, bodem en grondwater door chemische stoffen tot een minimum wordt beperkt.
3. Beginselen van corruptiebestrijding
LEVERANCIER dient adequate processen in te stellen om corruptiepraktijken tegen te gaan. Die processen moeten het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie ondersteunen en daarmee in overeenstemming zijn.
Anticorruptiebeginselen die leveranciers moeten hanteren:
01. Het documenteren, registreren en beschikbaar houden van gegevens over inkomsten en uitgaven gedurende bij wet bepaalde perioden, en indien niet geregeld, gedurende ten minste drie jaar;
02. Het niet toestaan van corruptie van overheidsfunctionarissen of van corruptie tussen particulieren, met inbegrip van zowel "actieve" als "passieve" corruptie (soms ook "afpersing" of "uitlokking" genoemd);
03. Het niet toestaan van betaling van steekpenningen of handel in invloed in relatie tot zakenpartners, overheidsfunctionarissen of werknemers; ook niet via tussenpersonen;
04. Het gebruik van faciliterende betalingen niet toestaan, tenzij er sprake is van bedreigingen of andere dwang;
05. Geen overheidswerknemers in dienst nemen om werk te doen dat op enigerlei wijze in strijd is met de vroegere officiële verplichtingen van die werknemer;
06. Het niet toestaan van politieke bijdragen, liefdadigheidsgiften en sponsoring in de verwachting van onrechtmatige voordelen;
07. Het niet aanbieden of aanvaarden van buitensporige geschenken, gastvrijheid, amusement, reizen en uitgaven van klanten (bv. boven de cumulatieve waarde van het equivalent van 200 USD per persoon/relatie in een periode van twaalf maanden, indien goedgekeurd door een hogere functionaris en uitdrukkelijk opgenomen in de boeken van het bedrijf, met vermelding van de ontvanger of gever);
08. Zich onthouden van nepotisme en vriendjespolitiek;
09. Het witwassen van geld niet toestaan of eraan deelnemen.
IV. Uitvoering van de gedragscode
Registratie en documentatie
Leveranciers zullen een passende administratie bijhouden om de naleving van de vereisten van deze Code aan te tonen. Dossiers dienen op verzoek beschikbaar te zijn voor de KOPER. Passende gegevens omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
Beleidsverplichting(en);
Documentatie van due diligence-processen, met inbegrip van effectbeoordelingen en verslagen van het traceringsproces;
Informatie over klachtenregeling(en);
Gegevens over alle belangrijke gevallen van niet-naleving van deze code, met inbegrip van een overzicht van de genomen corrigerende maatregelen.
Definitie van taken en verantwoordelijkheden
Leveranciers moeten binnen hun organisatie de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze Code toewijzen. Minimaal moeten de volgende vertegenwoordigers worden aangewezen:
Een of meer vertegenwoordigers van het management met de verantwoordelijkheid en bevoegdheid om toe te zien op de naleving van de Code
Een gekwalificeerde nalevingsfunctionaris die verantwoordelijk is voor de planning, uitvoering en controle van de naleving van de code.
Toepassingsgebied
De vereisten van deze Code gelden voor alle leveranciers van de KOPER en al hun werknemers, ongeacht hun status of relatie met de leveranciers. Deze Code is derhalve ook van toepassing op werknemers die informeel, met kortlopende contracten of op deeltijdbasis zijn aangenomen.
Leveranciers moeten ervoor zorgen dat hun zakelijke relaties, inclusief hun onderleveranciers, ook beschikken over adequate processen voor het beheer van hun negatieve effecten op de mensenrechten, inclusief arbeidsrechten, milieu en anticorruptiebeginselen. Dit geldt ook voor onderleveranciers die als thuiswerkers of kleine boeren worden aangemerkt. Als onderdeel van deze verplichting moet een leverancier:
- > van onderleveranciers eisen dat zij de leverancier informeren over andere bedrijven in de leveringsketen die deelnemen aan de productie van elke bestelling
- > zijn invloed aan te wenden om onderleveranciers ertoe te bewegen aan de eisen van deze code te voldoen
- > redelijke inspanningen leveren om te controleren of onderleveranciers handelen in overeenstemming met deze Code.
Voortdurende samenwerking
De KOPER kan toezicht houden op de activiteiten van leveranciers met het doel inzicht te krijgen in de wijze waarop leveranciers hun effecten op mensenrechten, inclusief arbeidsrechten, milieu- en anticorruptiebeginselen beheren.
De KOPER verwacht dat alle leveranciers te allen tijde schriftelijk kunnen verklaren in welk stadium van implementatie zij zich bevinden met betrekking tot de vereisten in deze Code. Leveranciers worden geacht op elk moment mee te werken aan het beantwoorden van verdere vragen, zelfbeoordelingen en indien nodig geacht mee te werken met de KOPER bij het verbeteren van systemen voor het beheer van negatieve effecten op mensenrechten, met inbegrip van arbeidsrechten, milieu en anti-corruptieprincipes.
Leveranciers zullen bezoeken van de KOPER accommoderen. Dit omvat het verlenen van fysieke toegang aan elke vertegenwoordiger van de KOPER of toegewezen door ons bedrijf. De KOPER behoudt zich het recht voor een onafhankelijke derde partij van onze keuze inspecties ter plaatse te laten uitvoeren om de naleving van de vereisten van deze Code te verifiëren.
Wanneer als gevolg van bezoeken aan leveranciers gevallen van niet-naleving worden ontdekt, krijgen leveranciers een vaste periode om de tekortkoming zelf te corrigeren. In het geval van het niet zelf corrigeren van een probleem is de KOPER bereid tot een constructieve dialoog met leveranciers om actieplannen te ontwikkelen en uit te voeren, met passende tijdschema's voor de uitvoering en de te bereiken verbeteringen. Instemming met actieplannen maakt voortzetting van een zakelijke relatie mogelijk, zolang de KOPER vaststelt dat leveranciers het plan te goeder trouw uitvoeren. In geval van herhaalde en ernstige schendingen van de vereisten van deze Code, behoudt de KOPER zich het recht voor de zakelijke relatie met zijn leveranciers te beëindigen en eventueel lopende productie of levering te annuleren.
[1] In deze context is due diligence een continu beheersproces dat erop gericht is negatieve effecten op internationaal erkende duurzaamheidsbeginselen te voorkomen en aan te pakken. Due diligence moet worden uitgevoerd in het licht van de omstandigheden van een onderneming (waaronder sector, bedrijfscontext, omvang en soortgelijke factoren).